Oud-Unifillers schrijven ongeloof van zich af

Zevenendertig jaar na zijn uitzending als sergeant verzorging naar het UNIFIL-bataljon in Libanon heeft Bert Kleine Schaars zijn herinneringen en die van twaalf compagniegenoten gebundeld in het boek ‘Libanon 1980, vakantieland?’ Destijds heerste in Nederland het idee dat de Unifillers zonder al te veel problemen de in Libanon strijdende partijen uit elkaar konden houden. Voor de realiteit was weinig interesse bleek bij thuiskomst. De dagelijks levensbedreigende situaties, de schrijnende omstandigheden waarin de lokale bevolking moest leven en de frustratie over het niet nageleefde VN-mandaat bleven daardoor grotendeels onbesproken. Tot nu. In 240 in eigen beheer uitgegeven pagina’s vol persoonlijke verhalen, foto’s en nooit eerder gepubliceerde logboeken en verklaringen over onder meer het ‘lijkenincident’ schetsen dertien leden van de Charlie Compagnie een beeld dat vragen zal oproepen. Over gemaakte politieke keuzes en ieders rol bij beeldvorming.

“Een doofpot? Of gewoon politiek de makkelijke weg?”

“Mijn tijd in Libanon heeft me gevormd,” motiveert Kleine Schaars zijn keuze voor een boek. “Het steekt me dat die periode alleen aandacht krijgt in relatie met een posttraumatische stoornis. Alsof iedereen verknipt is teruggekomen. Terwijl de meeste uitgezonden jongens en meisjes normaal functioneren in onze maatschappij. Dat mag ook weleens worden gezegd. Een boek bood me bovendien de mogelijkheid om onze visie op de gebeurtenissen van Eerste Kerstdag 1980 uiteen te zetten. Piet Filius, de sergeant majoor van mijn peloton, was getuige van het opblazen van de lijken van vier PLO’ers door het Israëlische defensieleger, het IDF. Zijn verklaringen zijn echter niet allemaal overgenomen door de onderzoekscommissie. Het is tijd voor de vraag of de Verenigde Naties wel écht haar best heeft gedaan om de waarheid over het lijkenincident boven tafel te krijgen. Of was de relatie met Israël belangrijker?”

“We zijn nog niet in staat een hond tegen te houden.”

Passage uit het verhaal van Piet Filius

“Om 15.00 uur hebben wij met zijn allen een kerstdiner, maar de meesten zijn met hun gedachten bij wat zich hedenochtend heeft afgespeeld. De soldaat Zeldenrust kan helemaal niets door zijn keel krijgen. Ik zelf baal ervan dat het deze Palestijnen weer gelukt is door ons gebied te rennen, zonder dat wij iets in de gaten hadden. Juist deze dagen hadden wij extra patrouilles ingezet. Meer konden we niet doen. Het gebied is te groot voor één compagnie. Want wij missen wel veertig man, die op de bovenposten een beetje zitten waar te nemen, maar die in de plantage beter werk kunnen doen. Tel daarbij op de bemanning van post 7-6C, de onzinnige post in de rimboe, en je weet waaraan het ligt dat we het gebied niet ‘dicht’ krijgen. In de kranten staat altijd dat we zo goed zijn, maar als je de praktijk bekijkt zijn wij nog niet in staat om een hond tegen te houden. Mijn mening is dat dit komt door politieke beslissingen om zulke grote gebieden door zo weinig mensen te laten bewaken. Laten wij in ieder geval patrouilleren tot we erbij neer vallen, dan hebben wij tenminste ons best gedaan.”

Verkoopinformatie
‘Libanon 1090, vakantieland?’ is te bestellen via de website van de Nederlandse Unifil Vereniging, www.unifilvereniging.nl/nuv-webshop/boeken, en kost 21,50 euro. ex verzendkosten of rechtstreeks bij de auteur; bertaverlo@gmail.com