We hebben thuis diverse begroetingswijzen. De ene dochter hugt, de ander zoent, schoonzoon geeft een hand en mijn vrouw en ik zeggen ‘moi’. Wat ik daar bijzonder aan vindt is dat het steeds die anderen zijn die bepalen hoe onze begroeting is. Op die ‘moi’ na, dat heb ik zelf zo ingesteld, maar ik geloof waarachtig dat dat met wederzijds goedkeuring is.
Ik heb in de kennissenkring ook luchtkussers. Drie zoenen waarbij je wel de zoenbeweging maakt, “mwa” of zoiets als geluid erbij maakt, maar dat allemaal dan vooral in het luchtledige. Soms geef je elkaar dan eerst een hand en dan de zoenen, waardoor die handen wat ongelukkig in de weg zitten. Soms ook zoent de een in het luchtledige, maar de ander probeert de wang te bereiken. Soms zoekt iemand bij de derde zoen de mond. En als je allebei een bril draagt is dat ook een belemmering.
Ik heb Russische vrienden. Daar wangzoenen ze twee keer. Dus toen ik daar in Moskou op weg naar de derde zoen was, was mijn kennis al weer met heel andere zaken bezig. Toen ze hier op bezoek was, besloot ik het bij twee zoenen te laten, maar ging zij voor drie. Want ja, Nederlandse gewoonte.
Als ik als werknemer op mijn werk de kamer oploop roep ik ’smorgens’, maar als ik voor mijn eigen bedrijf bij een opdrachtgever binnenloop geef ik een hand. Bij sommige opdrachtgevers kom ik zo vaak over de vloer dat ik – en hij ook – twijfel aan een hand geven of toch ook gewoon ’smorgens’ de ruimte inroepen.
En dan heb je ook nog vergadergezelschappen waar iedere keer weer nieuwe mensen bij aan schuiven. Iedereen een hand geven is wat overdreven, maar die nieuwe wil je toch even de hand schudden. Dat die dan zegt: “Maar ik was er vorige keer ook wel bij hoor!”
Je zult begrijpen, dat coronavirus, ik hou er wel van.
Het bericht Denne vind handen schudden toch al wel een dingetje verscheen eerst op Opinie in Salland.
…
Het hele artikel is te lezen op www.Salland1.nl
Het bericht Denne vind handen schudden toch al wel een dingetje verscheen eerst op Salland TV.