Overijssel moet deze week rekening houden met twee stormen. Vanavond wordt het onstuimig en dat blijft zo tot in de nacht van vrijdag op zaterdag. Wat kunnen we verwachten en hoe zit dat met al die stormen de laatste tijd? We zochten het uit.
Wat kunnen we vandaag verwachten?
Het waait nu al behoorlijk in Overijssel en dat wordt in de loop van vandaag niet minder. Tegen het einde van de middag of in het begin van de avond gaat het bovendien regenen. De wind komt uit het zuidwesten. Die is eerst nog matig tot vrij krachtig, maar later vanmiddag neemt de wind verder toe tot krachtig of hard.Verder krijgen we vanavond te maken met windstoten van 75 tot 90 kilometer per uur. Bij de meeste actieve buien zijn zelfs windstoten tot 100 kilometer per uur mogelijk. De nacht van woensdag naar donderdag verloopt onstuimig met buien en veel wind.
Zijn er al voorzorgsmaatregelen genomen?
Bij ons nog niet, maar bij de Oosterburen wel. Daar gaat de storm nog wat harder tekeer en wordt gewaarschuwd voor windstoten met orkaankracht in de regio’s rond Münster, Paderborn en Bielefeld.Onderwijsminister Yvonne Gebauer heeft gezegd dat alle scholen in de deelstaat Nordrhein-Westfalen donderdag dicht blijven vanwege de gevreesde storm. Ze wil niet dat leerlingen ‘in het oog van de storm’ naar school gaan. Minister van Gezin Joachim Stamp vroeg ouders van jonge kinderen “morgen alstublieft thuis voor hun kroost te zorgen”.
En dan komt er nog een storm deze week?
Waarschijnlijk wel. Van donderdagmiddag tot en met vrijdagochtend is het eerst wat rustiger, maar in de loop van vrijdagmiddag neemt de wind weer toe. Dat is het begin van de tweede storm. Daarover is nog wel wat onzekerheid, doordat het gebied met harde wind wat compacter is, maar mogelijk ook venijniger dan de eerste storm. De tweede periode met harde wind begint vrijdag aan het einde van de middag en duurt tot ongeveer middernacht.
Matig, krachtig, hoe zit het met die termen?
Het KNMI maakt gebruik van allerlei termen om te duiden hoe hard het nou precies waait. Die zijn allemaal gebaseerd op de schaal van Beaufort, die in 1805 is opgesteld door wordt de Ier Francis Beaufort. Hij berekende de windkracht aan de hand van de hoeveelheid zeil die een groot schip kon voeren bij een zwakke bries, storm of orkaan.Bij windkracht 1 of 2 waait het zwak, bij windkracht 12 is sprake van een orkaan. Een storm zit daar ergens tussenin. In Nederland hebben we een orkaan nog nooit meegemaakt, al zijn het soms wel restanten van een orkaan die ons land bereiken. Dat levert bij ons dan niet meer op dan een stormachtig beeld.
* De windkracht volgens Beaufort gaat uit van het gemiddelde van de windsnelheid over tien minuten. Als het gaat om de benaming ‘storm’ is bij het KNMI het gemiddelde over één uur bepalend.
Wanneer is het code geel / oranje / rood?
Het KNMI werkt met kleurcodes om het risico van het weer aan te geven. Het instituut heeft zogeheten ‘drempelwaarden’ vastgesteld voor respectievelijk code geel, oranje of rood. Is er een kans op windstoten van meer dan 75 kilometer per uur? Dan is dat code geel. Boven de 100 kilometer per uur wordt het code oranje. Deze code komt er alleen als het gebied waar het gevaarlijk kan worden groter is dan 50 bij 50 kilometer. Code rood wordt uitgegeven als er een kans is dat extreem weer een grote impact heeft op de samenleving.Vandaag heeft het KNMI voor het hele land code geel afgekondigd vanaf negen uur vanavond. Deze kleurcode geldt tot donderdagmiddag om drie uur. De laatste keer dat Overijssel te maken had met code rood is bijna exact een jaar geleden, al had dat niets te maken met storm. Op 15 februari 2021 zorgden regen en ijzel voor ernstige gladheid in de hele provincie.
Zijn er de laatste tijd meer stormen of lijkt dat zo?
Dat lijkt zo. Het KNMI doet al decennialang onderzoek en concludeert juist het tegenovergestelde. Aan het begin en aan het einde van de twintigste eeuw waren er meer stormen boven het Noordzeegebied. Halverwege de eeuw (ca. 1940 – 1960) lag dat aantal lager en dat geldt ook voor de laatste jaren.Op het vaste land ziet het KNMI sinds de jaren zestig een gestage afname van de windsnelheid en het aantal stormen. De toenemende bebouwing in Nederland lijkt hiervan de voornaamste oorzaak. ‘Hoe meer bebouwing, hoe ruwer het landoppervlak en hoe meer de wind afgeremd wordt’, is de gedachte.
Hoe zit het met de namen van deze stormen?
Terug naar de stormen van deze week. Die hebben tegenwoordig namen. Sinds 2019 om precies te zijn. Vandaag krijgen we te maken met storm Dudley en de tweede storm van deze week heet Eunice. Het zijn de opvolgers van storm Corrie, die vorige maand nog over de provincie raasde. De oplettende lezer zal het zijn opgevallen dat hier een alfabetische volgorde in zit.Terwijl Corrie een typisch Nederlandse naam is, hebben de stormen van deze week duidelijk een andere oorsprong. Dat heeft alles te maken met een samenwerking tussen Nederland, Groot-Brittannië en Ierland. Voor Nederland logisch, omdat de meeste stormen in ons land nou eenmaal uit het westen komen. Deze drie landen hebben samen een lijst opgesteld met namen voor stormen.Lees meer: Storm Corrie trekt over Nederland: kans op zware windstoten in Overijssel
Hoe worden die namen dan gekozen?
In Ierland en Groot-Brittannië wordt het publiek erbij betrokken. Iedereen kan namen insturen, waaruit vervolgens de populairste inzendingen worden geselecteerd. In Nederland stelt het KNMI een lijst op. Samen komen de landen tot een definitieve lijst. Overigens sluit het KNMI niet uit dat Nederlanders in de toekomst ook een stem krijgen in de naamgeving van de stormen.Ieder jaar in september – aan het begin van het nieuwe stormseizoen – verschijnt een nieuwe lijst met namen. De kans dat we ooit storm Truus of Willem krijgen is dus klein, daarvoor liggen die letters waarschijnlijk te ver in het alfabet. Maar storm Herman over een paar weken? Wie weet!
Ga voor meer info naar www.Salland1.nl
Powered by WPeMatico