De Hongerige wolf, de Kleine wolf en de Wolfskuil, allemaal ‘veldnamen’ in de buurt van Ommen. Ze vertellen ons dat er op die plekken vroeger regelmatig wolven werden waargenomen. En ‘Wolven waren eng en gevaarlijk’, vond men toen. Daarom moesten ze ook gedood worden als ze weer eens ergens opdoken!
Door Arend Spijker
Sterker nog, als er in een wolf was gesignaleerd, dan werd er een grote ‘drijfactie’ op touw gezet. In sommige dorpen hadden ze daarvoor zelfs speciale wolvennetten, van soms wel een paar honderd meter lang. Vaak werden de netten bewaard in de dorpskerk.
Vooral de ‘woeste gronden’ tussen Ommen en Hardenberg, maar ook over de grens in Duitsland, waren gevaarlijk en berucht. Veel mensen woonden daar toen niet, als het niet nodig was kwamen ze daar ook niet, veels te gevaarlijk! Dat was het gebied waar hooguit een stroper en misschien af en toe een groepje jagers kwam maar het ‘gewone volk’ zag je daar niet.
De meest enge en spannende verhalen deden de ronde, ook over zwervende wolven die daar toen nog voor kwamen, over wolven die zelfs mensen zouden hebben verslonden…. Verhalen over hongerige wolven, die tijdens strenge winters hier zouden ronddolen, werden vaak van mond tot mond doorverteld, en ze werden steeds sterker! Daardoor waren wolven, in de beleving van de meeste plattelanders, levensgevaarlijke, valse en verscheurende monsters!
‘Dreigde er weer ergens gevaar’ dan werden alle jonge mannen opgetrommeld. Iedereen die gezond was van lijf en leden werd verplicht om mee te gaan op dergelijke drijfjachten.
Op cruciale plekken werden netten gespannen, bv langs natuurlijke barrières zoals rivieren. Ook hier in de gemeente Ommen werden dit soort netten geplaatst, vooral daar waar de Regge in de Vecht komt is een ideale plek om wolven te vangen. Als een soort natuurlijke fuik stroomt daar de Regge in de Vecht, het heet niet voor niet nog steeds ‘De Wolfskuil!
Daaraan moest ik denken toen we afgelopen weekend met ons gezin een familieweekend hadden in ‘de Wolfskuil’ in Ommen. Een prachtige locatie in een ideale omgeving met een fantastische geschiedenis. De ‘oude’ Regge meandert er nog steeds tussen de rivierduintje door. Dekzand afzettingen die aangeven hoe kaal en woest het hier ooit geweest moet zijn. En nog steeds is er een kuil te vinden waar volgens de beheerder de naam van het gebied naar is vernoemd. Vanuit ons huis kon ik De wolfskuil zelfs zien!
En natuurlijk heb ik ’s avonds bij het kampvuur de kleinkinderen het verhaal over de vangkuil en de wolven verteld. En geloof het of niet maar ‘iedereen dacht echt dat ze in de verte wolven hoorden huilen’!
De volgende ochtend ben ik al vroeg met één van mijn kleinkinderen, op pad geweest. De anderen sliepen nog en droomden waarschijnlijk nog van de ‘gevaarlijke wolven’. Daniël is een echte spoorzoeker, hij wilde graag met opa sporen zoeken, sporen van wilde dieren en wie weet zagen we zelfs nog wel wolvensporen volgens hem.
Het had gevroren, prachtig hoe de eerste zonnestralen door de berijpte bomen en struiken scheen. Mistflarden die nog in de dalen en lagere delen bleef hangen maakte de winterachtige sfeer compleet.
Ineens zagen we een verse wissel. Aan het bevroren gras, waar hier en daar de rijp wat vanaf was gevallen, zag je duidelijk dat er pas nog een dier had gelopen. Vanuit een bosje liep het spoor onder een prikkeldraad door, richting een weiland. Kijk opa, wat is dit? Hij zag een plukje haar aan het prikkeldraad hangen. Warempel, precies waar het spoor onder het draad door ging zaten haren aan het draad. Grijze haren met zwart en witte punten, wat mooi zeg! Hier heeft vannacht nog een Das gelopen hoorde ik mijzelf uitleggen aan mijn kleinzoon, mooi he? Mag ik wat haar meenemen opa? Dan doe ik het in mijn plakboek. Natuurlijk doen we dat.
We liepen nog een eindje door het ‘bevroren bos ’, overal zagen we ‘omgewoelde’ plekjes tussen de bevroren bladeren, blijkbaar had de das daar naar wormen gezocht.
Maar er lagen ook overal bladeren die omgegooid leken, ook zagen we kleine gaatjes in de grond. Zo te zien had hier ook een vogel zitten pikken, op zoek naar insecten en wormen, waarbij de bladeren ondersteboven achter bleven. “Wie zal dat hebben gedaan opa?” vraagt Daniël. Ik denk dat hier een vogel heeft lopen zoeken naar insecten of naar zaden, afhankelijk wat voor soort vogel het was.
Plotseling zag ik wat bewegen tussen de bladeren. Voorzichtig stapten we verder, daar was dus een dier actief. Nog een stap. Dan, ‘grote schrik’, ineens, met veel vleugelgeraas, vliegt er op een meter voor ons, een geelbruine vogel tussen de bevroren bladeren weg. Ze geeft ons maar even de gelegenheid haar na te kijken, al zigzaggend vliegt ze snel tussen de bomen door weg. Maar de vorm, kleur en de manier van opvliegen verraden haar meteen, een houtsnip. Wat een prachtige waarneming, we werden er alle twee helemaal blij van!
Vroeger noemden we de houtsnip ook wel ‘de dame met het lange gezicht’. Met haar warmbruine veren en relatief klein koppie, haar gedrongen, zelfs wat plompe gestalte en lange snavel lijkt het inderdaad op een chique dame. Maar tussen het dorre bruine blad op de bosgrond valt ze door haar schutkleur nauwelijks op.
Het was een super ochtend! Als we weer bij de kachel in onze ‘Blokhut’ zitten met uitzicht op de diepe kuil, fantaseren we samen nog even over wolven die steeds vaker weer in onze regio worden waargenomen. En wie weet, komen we ooit weer eens een kleine-, of misschien zelfs wel een hongerige wolf, al zwervend door het Regge- en Vechtdal, tegen.
Hopelijk blijft ‘de Wolfskuil’ nog lang bestaan, maar blijven de verhalen over wolven die in echte wolfskuilen gevangen worden, spannende verhalen uit het verleden! Ook in de Wolfskuil!
Het bericht Arend Spijker vertelt kleinzoon Daniël spannende verhalen over de wolf verscheen eerst op Opinie in Salland.
…
Het hele artikel is te lezen op www.Salland1.nl
Het bericht Arend Spijker vertelt kleinzoon Daniël spannende verhalen over de wolf verscheen eerst op Salland TV.